De laatste dagen van het jaar kruipen voorbij. Kerst, het feest van de zonnewende, de terugkeer van het licht, door Rome misbruikt om een fabel de wereld in te helpen die verworden is tot een feest van eten, drinken en feesten. En als kerst voorbij is gaan we die ene keer per jaar naar de NPO luisteren, de Top 2000, en kijken we naar Top 2000 a gogo in de vooravond. Traditie en ik ben soms een gewoontedier.
Dit keer begon de uitzending met een reportage over Memphis waar Marten Luther King vermoord werd. Zijn fameuze speech:
I have a dream that one day this nation will rise up and live out the true meaning of its creed: "We hold these truths to be self-evident: that all men are created equal." I have a dream that one day on the red hills of Georgia the sons of former slaves and the sons of former slave owners will be able to sit down together at a table of brotherhood. I have a dream that one day even the state of Mississippi, a state sweltering with the heat of injustice and sweltering with the heat of oppression, will be transformed into an oasis of freedom and justice. I have a dream that one day my four little children will live in a nation where they will not be judged by the color of their skin but by the content of their character. I have a dream today.
Als kind van de protestgeneratie, ten onrecht babyboomers (verbasterd door de tiktok generatie tot het scheldwoord Boomers) ben ik opgegroeid met de grootheden van de popmuziek en hoewel Elvis verboden werd door de pastoor, en ik was ooit een braaf en devoot jongetje, die het zelfs tot misdienaar en seminariant geschopte, kreeg ik er gaandeweg wel interesse in. De film op een of andere streamingsdienst maakte diepe indruk op me, vooral de houding van Elvis ten opzichte van de rassenscheiding. Wat ik niet wist en leerde van die docu is dat Elvis door de moord de song “I can dream” schreef:
There must be lights burning brighter somewhere
Got to be birds flying higher in a sky more blue
If I can dream of a better land
Where all my brothers walk hand in hand
Tell me why, oh why, oh why can't my dream come true
Oh why
Woorden die duidelijk geïnspireerd zijn op de tekst van Maarten Luther King die in Memphis, de woonplaats van Elvis werd vermoord. Elvis werd ook een fel bestrijder van het racisme wat onder meer blijkt uit de song “In the getto”.
Later schreef John Lennon het prachtige Imagine, mijn lijflied, mijn inspiratie voor mijn levenwerk, waarin de tekst:
A brotherhood of man
Imagine all the people
Sharing all the world...
Drie dromers, die visies, van deze eeuw. Maar te vaak wordt een andere grote dromer vergeten, een man die naar mijn mening te vaak verkeerd is begrepen en wiens woorden, visie, tot de dag van vandaag worden misbruikt. Karl Marx.
Marx’s woorden “proletariers aller landen, verenigt u” worden vaak geciteerd, en in die tijd, waarbij de industrieel, door Marx de kapitalist genoemd, de werknemers uitbuitte, was dat zeker het geval. Maar als de marxistische economie wordt bestudeerd, dan onderscheidt hij arbeid en kapitaal als de twee centrale bronnen van de economie, de twee bronnen die als ze samenwerken voor een succesvol bedrijf zorgen. Marx pleit eigenlijk voor het samenwerken van de ondernemer met zijn medewerkers op basis van gelijkwaardigheid. Een idee dat door zijn (enige) vriend en industrieel, Engel, is geadopteerd door Marx van geld te voorzien.
Vier dromen, twee vanuit rassentegenstelling, een vanuit de tegenstelling arbeid en kapitaal en een droom over alle mensen op aarde, waarbij alle tegenstellingen, land, religie, bezit, uit de wereld zijn.
Kortom, door deze documentaire viel het laatste stukje van mijn puzzel op zijn plaats en kan ik verder gaan bouwen op dat fundament. Wellicht de basis voor een nieuwe politiek waar zoveel behoefte aan is, een politiek gebaseerd op samen leven en samenleven. De symbiose tussen het socialisme dat Marx voor ogen had, met het vrijheidsideaal van het liberalisme?
Kortom, in plaats van de strijd tussen “links” en “rechts” de beide kampen samen laten gaan in een beweging die er voor iedereen is.
Foto door Marek Piwnicki: